Wat is het verschil tussen als en dan in vergelijkingen?

Wat is het verschil tussen als en dan in vergelijkingen?

Waarom als en dan zoveel verwarring opleveren

Wie met liefde voor schrijven naar zijn eigen teksten kijkt, komt ze vroeg of laat tegen: zinnen met als en dan. Ze lijken op elkaar, ze klinken in spreektaal soms door elkaar, en toch voelt niet elke combinatie goed. Je hoort mensen zeggen: ‘Hij is groter als ik’, maar op school heb je misschien geleerd dat het ‘groter dan ik’ moet zijn. Hoe zit dat nu precies?

Het goede nieuws: er is een duidelijk en eenvoudig verschil. Zodra je dat eenmaal ziet, kun je het in je eigen schrijfsels consequent toepassen. Dat maakt je teksten niet alleen correcter, maar ook prettiger om te lezen.

De basisregel voor als en dan

In vergelijkingen draait het vooral om één vraag: is er sprake van gelijkheid of ongelijkheid? Op basis daarvan kies je het juiste woord.

Als gebruik je bij gelijkheid

Wanneer je aangeeft dat iets even groot, even duur of even mooi is, spreek je over gelijkheid. Je gebruikt dan altijd als. Denk aan zinnen als: ‘Zij is even oud als haar broer’ of ‘Dit raadsel is net zo lastig als dat andere’. De woorden even en net zo zijn goede signaaltjes dat je hier met als te maken hebt.

Ook bij ontkenningen met gelijkheid blijft als in beeld. Als je schrijft: ‘Hij is niet zo snel als zij’, zeg je eigenlijk: hij haalt haar snelheid niet, maar je blijft wel binnen de structuur van gelijkheid. De vergelijking draait nog steeds om ‘zo … als’.

Dan gebruik je bij ongelijkheid

Zodra er een verschil is, kies je voor dan. Daarmee geef je aan dat iets meer, minder, groter, kleiner of anders is. Voorbeelden zijn: ‘Hij is groter dan ik’, ‘Dit woordraadsel is moeilijker dan dat van gisteren’ of ‘Zij schrijft sneller dan jij’. De signaalwoorden hier zijn trap-van-vergelijking-vormen als groter, sneller, meer en minder.

Ook bij hoeveelheden gebruik je dan, bijvoorbeeld: ‘Er zijn meer fout gespelde woorden dan je denkt’. Je legt een ongelijke verhouding vast: de ene kant van de vergelijking is nadrukkelijk anders dan de andere.

Handige taaltruc om te controleren

Twijfel je tijdens het schrijven? Probeer dan een kleine truc. Vervang de vergelijking door een korte zin. Als je er gelijk aan kunt inzetten, gebruik je als. Als groter dan beter past, kies je dan. Denk aan: ‘Hij is even groot als ik’ wordt ‘Hij is gelijk aan mij’. Dat voelt logisch. Bij ‘Hij is groter dan ik’ kun je zeggen: ‘Hij is groter dan mij’ of ‘Hij is groter dan ik ben’. In beide gevallen wijst het woord groter je al de goede richting op.

Wie met aandacht naar taal kijkt, ontdekt dat zulke kleine verschillen grote invloed hebben op de helderheid van een tekst. Door bewust te kiezen tussen als en dan laat je zien dat je niet alleen schrijft, maar ook echt met de Nederlandse taal speelt.