De verwarring rond de n achter een voltooid deelwoord
Als je met liefde schrijft, wil je dat je tekst niet alleen mooi klinkt, maar ook klopt. Toch blijft één vraag veel schrijvers achtervolgen: wanneer schrijf je wel een n achter een voltooid deelwoord en wanneer niet? Denk aan vormen als gesloten en sluitende, of geweigerde en geweigerden. Het verschil lijkt klein, maar het effect in je zin is groot.
Deze kwestie duikt vaak op in verhalen, blogs, werkstukken en zelfs liefdesbrieven. Wie het principe eenmaal begrijpt, ontdekt dat er eigenlijk een helder systeem achter zit. Het draait om twee vragen: wat is de functie van het woord in de zin en heb je te maken met een bijvoeglijk naamwoord of een zelfstandig naamwoord?
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Een voltooid deelwoord kun je gebruiken als bijvoeglijk naamwoord. Dan zegt het iets over een zelfstandig naamwoord. In dat geval volgt het de normale regels van bijvoeglijke naamwoorden.
Kijk naar deze zinnen:
De gesloten deur blokkeerde het geluid.
De geweigerde betaling zorgde voor problemen.
In beide voorbeelden is gesloten en geweigerde een beschrijving van een zelfstandig naamwoord (deur, betaling). Je schrijft dan wat je zou schrijven bij elk ander bijvoeglijk naamwoord: in attributieve positie (voor het zelfstandig naamwoord) krijgt het een e, niet automatisch een n.
Vergelijk dit met: de rode deur, de bijzondere betaling. Je schrijft dus niet omwille van het voltooid deelwoord anders; je volgt gewoon de standaardregels van het bijvoeglijk naamwoord.
Voltooid deelwoord als zelfstandig naamwoord
De echte twijfel ontstaat zodra een voltooid deelwoord zelfstandig gebruikt wordt. Dan krijgt het soms een n, zoals in:
De overlevenden vertelden hun verhaal.
De gevangenen werden vrijgelaten.
Hier is er geen apart zelfstandig naamwoord meer; het voltooid deelwoord overlevenden en gevangenen ís het zelfstandig naamwoord. Het verwijst naar mensen. In zulke gevallen volgt het de normale regels van het zelfstandig naamwoord in het meervoud: je schrijft een n aan het eind.
Let op het verschil:
de gevangen man (bijvoeglijk naamwoord, geen zelfstandig gebruik)
de gevangene (zelfstandig naamwoord, enkelvoud)
de gevangenen (zelfstandig naamwoord, meervoud)
Wanneer wel en wanneer geen n?
Stap 1: is het woord zelfstandig gebruikt?
Vraag jezelf af: kun je er nog een zelfstandig naamwoord achter denken? In de gewonden kun je nog denken: de gewonde mensen. Dat betekent dat gewonden zelfstandig wordt gebruikt en zich gedraagt als zelfstandig naamwoord. In het meervoud eindigt het dan op een n.
In de gewonde man kun je niet schrappen tot alleen de gewonde zonder dat de zin van karakter verandert. Je hoort dat gewonde hier echt bijvoeglijk is en zich voegt bij man. Een bijvoeglijk naamwoord krijgt in deze positie geen extra n om de functie te markeren.
Stap 2: gaat het om mensen of dingen?
Zelfstandige voltooid deelwoorden met een n verwijzen meestal naar personen: bezoekers, gewonden, gevangenen. Bij dingen kies je vaker voor een ander zelfstandig naamwoord, bijvoorbeeld de gebroken stukken in plaats van de gebrokenen. Zodra het woord onmiskenbaar een zelfstandig naamwoord is en zich laat verbuigen als meervoud, ligt de n voor de hand.
Schrijven met meer vertrouwen
Wie veel schrijft, komt deze keuze steeds opnieuw tegen. Door steeds even na te gaan of je voltooid deelwoord bijvoeglijk is of zelfstandig gebruikt wordt, maak je bewuste keuzes. Daarmee wordt spelling geen raadsel, maar een hulpmiddel om je liefde voor de Nederlandse taal nog preciezer op papier te zetten.