Het onderscheid tussen pleonasme en tautologie
In de Nederlandse taal stuiten we regelmatig op zinsconstructies waarbij woorden elkaar onbedoeld versterken of zelfs dubbelop zijn. Twee van deze stijlfouten, het pleonasme en de tautologie, worden vaak door elkaar gehaald. Hoewel ze beide draaien om een vorm van overtolligheid, zit er een cruciaal verschil tussen deze twee taalkundige fenomenen. Het herkennen ervan kan je helpen preciezer en helderder te communiceren, wat essentieel is voor iedereen die van schrijven houdt.
Wat is een pleonasme?
Een pleonasme treedt op wanneer een eigenschap die al inherent is aan een zelfstandig naamwoord, nogmaals wordt genoemd. Het kenmerk zit al in het woord zelf besloten. Denk bijvoorbeeld aan 'witte sneeuw'. Sneeuw is per definitie wit, dus het toevoegen van 'witte' is overbodig. Andere veelvoorkomende voorbeelden zijn 'ronde cirkel', 'nat water' of 'mondeling overleggen'. De fout zit hem hier in het herhalen van een eigenschap die al door het kernwoord wordt uitgedrukt.
Wat is een tautologie?
Bij een tautologie is er sprake van twee of meer woorden die hetzelfde betekenen en die achter elkaar worden gebruikt. Het gaat hier dus om synoniemen die zonder noodzaak naast elkaar staan. Een klassiek voorbeeld is 'vast en zeker'. Beide woorden duiden op zekerheid. Een ander veelgebruikt voorbeeld is 'nooit en te nimmer'. Zowel 'nooit' als 'te nimmer' verwijzen naar het ontbreken van een moment in de tijd. Ook 'enkel en alleen' of 'klaar en duidelijk' vallen onder deze categorie. Waar een pleonasme een eigenschap herhaalt die al in het zelfstandig naamwoord zit, herhaalt een tautologie de betekenis van een woord met een synoniem.
Waarom maken we deze fouten?
Het gebruik van pleonasmen en tautologieën is vaak onbewust en kan voortkomen uit gewoonte of de behoefte om iets te benadrukken. Soms worden ze ook als stijlmiddel ingezet, al is dat in formele teksten zeldzaam. In spreektaal vallen ze minder op en kunnen ze zelfs bijdragen aan de vlotheid of expressiviteit van een verhaal. Echter, in geschreven teksten, en zeker in informatieve of zakelijke contexten, kunnen ze afleiden en de professionaliteit van de schrijver ondermijnen.
Hoe vermijd je pleonasmen en tautologieën?
De eerste stap is bewustwording. Lees je teksten kritisch door en let specifiek op woordcombinaties. Vraag jezelf af: voegt dit bijvoeglijk naamwoord iets nieuws toe aan het zelfstandig naamwoord? Of: zijn deze twee woorden werkelijk nodig om mijn boodschap over te brengen, of is één ervan voldoende? Zoek naar alternatieven; in plaats van 'persoonlijk contact', zeg je 'contact', omdat contact per definitie tussen personen plaatsvindt. In plaats van 'vrolijk en blij', volstaat 'vrolijk' of 'blij'. Oefening baart kunst; hoe meer je hierop let, hoe beter je erin wordt.
De charme van herhaling (met mate)
Hoewel we pleonasmen en tautologieën in de meeste gevallen willen vermijden voor helderheid en beknoptheid, is het goed om te weten dat er contexten zijn waarin ze bewust worden ingezet. In poëzie, literatuur of reclame kunnen ze bijvoorbeeld een speciaal effect creëren, een nadruk leggen of een bepaalde sfeer oproepen. Denk aan een dichter die 'donkere duisternis' gebruikt om de diepte van de nacht te accentueren. Voor de gemiddelde webartikel of rapport is echter duidelijkheid en efficiëntie de sleutel, en daarvoor geldt: schrap overbodige woorden en herhalingen.