Wat is het verschil tussen het en dat? Simpel uitgelegd met voorbeelden

Wat is het verschil tussen het en dat? Simpel uitgelegd met voorbeelden

Waarom het en dat zo vaak worden verward

Zelfs mensen die prima Nederlands schrijven, twijfelen regelmatig tussen het en dat. In spreektaal valt het vaak niet op, maar op papier kan een verkeerde keuze je zin onduidelijk of slordig maken. Zeker als je met liefde voor schrijven bezig bent, wil je het verschil goed in de vingers krijgen. Gelukkig kun je met een paar duidelijke regels en een beetje taalgevoel al snel veel fouten voorkomen.

Als aanwijzend voornaamwoord

Je gebruikt het als aanwijzend voornaamwoord als je verwijst naar een onzijdig zelfstandig naamwoord, of naar iets algemeens. Denk aan zinnen als: Dat is het boek waar ik naar zocht, of Het regent vandaag weer. Hier kun je het vaak vervangen door dit of dat zonder dat de zin van betekenis verandert. Het verwijst niet naar een hele zin, maar naar een specifiek ding of begrip. Twijfel je, kijk dan naar het zelfstandig naamwoord waar je naar wijst en bepaal of dat de of het als lidwoord krijgt.

Als betrekkelijk voornaamwoord

Wanneer je dat gebruikt als betrekkelijk voornaamwoord, verwijst het terug naar een eerder genoemd woord of hele woordgroep. In de zin Het boek dat ik lees is spannend slaat dat op het boek. Je kunt dat vaak vervangen door welk of welke om te controleren of de zin klopt. Het woord dat vormt dan de brug tussen twee delen van de zin. Schrijf je langere, meer verhalende teksten, dan helpt een goed gebruik van dat om zinnen vloeiend met elkaar te verbinden.

Het of dat aan het begin van een zin

Veel schrijvers twijfelen ook wanneer een zin begint met het of dat. Er lijkt dan minder houvast te zijn, omdat er niet altijd direct een zelfstandig naamwoord achter staat. Toch kun je met een simpele test bepalen welk woord het beste past en zo je zinnen duidelijker en krachtiger maken.

Verwijzen naar een hele situatie

Je gebruikt het vaak aan het begin van een zin als je verwijst naar een hele situatie of gebeurtenis, bijvoorbeeld: Het is jammer dat hij te laat was. Hier verwijst het naar het hele idee dat iemand te laat kwam. In zulke zinnen kun je het meestal niet vervangen door dat zonder dat de zin onnatuurlijk klinkt. Het fungeert dan als een soort lege plaatsvuller, die de zin toch grammaticaal compleet maakt.

Wanneer kies je duidelijk voor dat

Dat staat vaak voor een bijzin en leidt dan een uitleg of gevolg in. Kijk naar de zin Dat hij te laat was, verbaasde niemand. Hier leg je nadruk op de hele gebeurtenis hij was te laat. Je kunt deze constructie gebruiken als je iets extra wilt uitlichten, bijvoorbeeld in literaire teksten of persoonlijke columns. Door bewust te spelen met het en dat kun je je schrijfstijl verfijnen en zinnen precies de toon geven die jij voor ogen hebt.