Wat is het verschil tussen 'dat' en 'wat' in de Nederlandse taal?

Wat is het verschil tussen 'dat' en 'wat' in de Nederlandse taal?

De basis van 'dat' en 'wat' ontrafeld

De Nederlandse taal zit vol subtiliteiten die zelfs voor moedertaalsprekers soms een uitdaging vormen. Eén van de meest hardnekkige twijfelgevallen is het correcte gebruik van de woorden 'dat' en 'wat'. Hoewel ze op het eerste gezicht veel op elkaar lijken, hebben ze elk hun eigen specifieke functie en toepassingsgebied. Het is een klassiek struikelblok in de Nederlandse grammatica dat vaak leidt tot onzekerheid. Laten we dieper ingaan op de verschillen, zodat je voortaan vol zelfvertrouwen de juiste keuze maakt bij het schrijven van je teksten op liefdevoorschrijven.nl.

Wanneer gebruik je 'dat'?

'Dat' wordt in de Nederlandse taal voornamelijk gebruikt in twee situaties. Ten eerste functioneert 'dat' als betrekkelijk voornaamwoord wanneer het verwijst naar een 'het'-woord. Denk hierbij aan woorden als 'het huis', 'het boek', 'het kind'. In dergelijke gevallen is 'dat' de onveranderlijke vorm die het onderwerp of lijdend voorwerp van de bijzin introduceert en verbindt met het voorafgaande 'het'-woord.

'Dat' als betrekkelijk voornaamwoord bij 'het'-woorden

Een voorbeeld hiervan is: "Het boek dat ik gisteren las, was erg spannend." Hier verwijst 'dat' naar 'het boek'. Een ander voorbeeld is: "Het meisje dat daar staat, is mijn zusje." Het is belangrijk om te onthouden dat 'dat' in deze context altijd naar een enkelvoudig 'het'-woord verwijst, en nooit naar een 'de'-woord.

'Dat' als voegwoord

De tweede belangrijke functie van 'dat' is als voegwoord. In deze rol introduceert 'dat' een bijzin die vaak een feit, een mening, een wens of een constatering uitdrukt. Het voegwoord 'dat' verbindt dan de bijzin met de hoofdzin en geeft aan dat de bijzin een aanvulling is op de hoofdzin. Bijvoorbeeld: "Ik geloof dat hij de waarheid spreekt." Of: "Ze zei dat ze morgen zou komen." Hier verbindt 'dat' de gedachte of uitspraak met de rest van de zin.

Wanneer gebruik je 'wat'?

In tegenstelling tot 'dat', dat vaak concreet naar een 'het'-woord verwijst, heeft 'wat' een meer algemene of abstracte functie. 'Wat' wordt gebruikt als betrekkelijk voornaamwoord in verschillende contexten. Het kan verwijzen naar een onbepaald voornaamwoord, een hele zin, of iets onbepaalds in het algemeen.

'Wat' bij onbepaalde voornaamwoorden en algemeenheden

Je gebruikt 'wat' wanneer het verwijst naar een onbepaald voornaamwoord zoals 'alles', 'iets', 'niets', 'veel', 'weinig' of 'het enige'. Bijvoorbeeld: "Alles wat hij zei, klonk logisch." Hier verwijst 'wat' naar 'alles'. Een ander voorbeeld is: "Er is iets wat ik je moet vertellen." Ook als er geen specifiek antecedent is, maar je verwijst naar een algemene zaak, gebruik je 'wat', zoals in: "Ik weet niet wat ik moet doen."

'Wat' verwijzend naar een hele zin of gedachte

Een cruciale toepassing van 'wat' is wanneer het verwijst naar de gehele voorafgaande zin of een complete gedachte, in plaats van naar één enkel woord. Bijvoorbeeld: "Hij vergat zijn sleutels, wat erg onhandig was." Hier verwijst 'wat' niet naar 'sleutels', maar naar het hele feit dat hij zijn sleutels vergat. Dit is een veelvoorkomende constructie die een nuance toevoegt aan de zin en vaak een gevolg of commentaar op de eerdere bewering introduceert.

Valkuilen en handige ezelsbruggetjes

De meest voorkomende fout is het verwisselen van 'dat' en 'wat' wanneer er verwezen wordt naar een 'het'-woord of een onbepaald antecedent. Een handig ezelsbruggetje is om te onthouden: bij een concreet 'het'-woord kies je voor 'dat'. Bij 'alles', 'iets', 'niets' of een hele situatie kies je voor 'wat'. Probeer bij twijfel of de zin logisch blijft als je 'wat' zou vervangen door 'hetgeen'. Als dat lukt, is 'wat' meestal de juiste keuze. Als je deze regels consequent toepast, zal je taalgebruik aanzienlijk verbeteren en draag je bij aan de helderheid van de Nederlandse taal.