hoofdletter of niet na een dubbele punt?
De dubbele punt lijkt zo simpel, maar veel schrijvers twijfelen: volgt er nu wel of geen hoofdletter? In het Nederlands zijn de regels duidelijker dan je misschien denkt. Als je ze eenmaal kent, schrijft het een stuk rustiger en consequenter.
de algemene regel voor hoofdletters na een dubbele punt
In het Nederlands schrijf je na een dubbele punt meestal géén hoofdletter. De dubbele punt kondigt namelijk iets aan dat nauw samenhangt met de voorafgaande zin: een uitleg, opsomming, voorbeeld of citaat. Omdat de zin doorloopt, gebruik je gewoon een kleine letter.
Een voorbeeld maakt dat duidelijk: Hij had maar één wens: rustig kunnen schrijven. Na de dubbele punt begint geen nieuwe zelfstandige zin die los kan staan, maar een aanvulling op de voorafgaande gedachte.
wanneer je geen hoofdletter gebruikt
uitleg of nadere toelichting
Volgt er na de dubbele punt een uitleg, reden of samenvatting, dan gebruik je een kleine letter. De tekst na de dubbele punt is dan grammaticaal onderdeel van de eerste zin. Denk aan zinnen als: Ze had een duidelijk doel: haar teksten foutloos krijgen. Haal je het stuk na de dubbele punt weg, dan blijft er nog steeds een kloppende zin over.
opsommingen in lopende tekst
Ook bij opsommingen in een doorlopende zin blijft de eerste letter na de dubbele punt klein. Bijvoorbeeld: Voor dit raadsel heb je drie dingen nodig: geduld, taalgevoel en fantasie. De opsomming hoort inhoudelijk bij de zin en vormt geen nieuwe zelfstandige zin die los op zichzelf staat.
wanneer je wél een hoofdletter gebruikt
bij een volledige, zelfstandige zin
Je gebruikt een hoofdletter na een dubbele punt als er een volledige zin volgt die zelfstandig kan bestaan en extra nadruk verdient. De dubbele punt werkt dan bijna als een soort pauze in je tekst. Bijvoorbeeld: Hij dacht nog maar één ding: Dit mag nooit meer gebeuren. Hier begint na de dubbele punt een complete zin, inclusief onderwerp en persoonsvorm.
bij letterlijke citaten
Een ander moment waarop je een hoofdletter plaatst, is bij een letterlijk citaat dat zelf met een hoofdletter zou beginnen. Bijvoorbeeld: Ze fluisterde: "Morgen schrijf ik het helemaal anders." Het citaat volgt de normale regels van zinsbegin, dus krijgt het een hoofdletter, ook al staat er een dubbele punt voor.
bewust kiezen voor duidelijke zinnen
De keuze voor wel of geen hoofdletter na een dubbele punt is dus geen raadsel, maar een kwestie van zinsgevoel. Vraag je af: volgt er een echte, zelfstandige zin met nadruk of citaat? Dan kies je voor een hoofdletter. Gaat het om een toelichting, uitleg of opsomming die de eerste zin aanvult? Dan blijft de letter na de dubbele punt klein. Met die eenvoudige vraag schrijf je met meer zekerheid en vooral met meer liefde voor de Nederlandse taal.