Wanneer kies je voor cijfers en wanneer voor woorden
Wie met liefde voor schrijven bezig is, weet dat details het verschil maken. Een subtiel maar belangrijk detail is de vraag: schrijf je getallen in cijfers of in woorden? Het lijkt een kleinigheid, maar het bepaalt de leesbaarheid, stijl en duidelijkheid van je tekst.
In het Nederlands geldt vaak een vuistregel: getallen tot en met twintig schrijf je uit in woorden, hogere getallen zet je in cijfers. Toch is het niet zo zwart‑wit. Context, doelgroep en tekstsoort spelen een grote rol. Een roman vraagt om andere keuzes dan een zakelijke rapportage of een taalraadsel.
De basisregel voor lopende tekst
In verhalende of informele teksten schrijf je kleine getallen meestal uit: drie katten, zestien leerlingen, negentien minuten. Dit leest rustiger en past bij een vloeiende zinsmelodie. Zodra getallen een meer feitelijk karakter krijgen, hebben cijfers de voorkeur: 27 procent, 34 leerlingen, 2 uur reistijd.
Belangrijk is ook de consistentie binnen eenzelfde opsomming. Schrijf niet: er waren drie honden en 12 katten. Kies dan óf voor drie honden en twaalf katten, óf voor 3 honden en 12 katten. Die eenheid geeft je tekst rust, zelfs als je lezer er niet bewust op let.
Spelling van uitgeschreven getallen
Zodra je getallen gaat uitschrijven, duikt een ander probleem op: hoe spel je samengestelde telwoorden correct? Vooral bij getallen boven de twintig sluipen snel foutjes in een zin die verder keurig verzorgd is.
Samengestelde getallen aan elkaar of los
In het Nederlands schrijf je vrijwel alle hele getallen tot en met negenennegentig aaneen: drieëntwintig, achtendertig, vijfenvijftig. Let op de volgorde: eerst het eenhedengetal, dan het tiental, verbonden met en. Dus niet twintigdrie, maar drieëntwintig. Ook honderd en duizend vormen samenstellingen: tweehonderd, drieduizend, vijfduizendvierentwintig.
Lastiger wordt het bij grotere aantallen. Je schrijft miljoen en miljard los van het voorafgaande telwoord, maar het telwoord zelf is weer aaneengeschreven: drieëntwintig miljoen, honderdachtduizend, twee miljard driehonderdduizend. Zo voorkom je eindeloze letterrijen die je lezer doen struikelen.
Accenttekens in uitgeschreven getallen
Een bekend struikelblok is het gebruik van trema en accent. In getallen speelt vooral het trema een rol, zoals in drieëntwintig of tweeëntachtig. Het trema markeert waar een nieuwe lettergreep begint, zodat de lezer weet dat ie‑en én niet als ien uitgesproken wordt. Schrijf dus niet drieentwintig, maar drieëntwintig.
Accenttekens gebruik je alleen om nadruk aan te geven, niet als standaardonderdeel van een telwoord. Wie getallen zorgvuldig spelt, geeft zijn tekst een professionele uitstraling, of het nu een taalraadsel, blogartikel of kort verhaal is. Juist deze ogenschijnlijk kleine keuzes laten zien hoeveel liefde je voor schrijven en de Nederlandse taal hebt.