Waarom hebben puzzel en raadsel een ander lidwoord?
In het Nederlands leer je al vroeg dat er drie lidwoorden zijn: de, het en een. Maar waarom zeg je de puzzel en het raadsel, terwijl deze woorden qua betekenis dicht bij elkaar liggen? Het voelt vaak willekeurig, maar er zit wél een systeem achter, al is dat systeem minder strak dan veel taalleerders hopen.
Om dat beter te begrijpen, is het handig om kort stil te staan bij grammaticaal geslacht in het Nederlands en hoe dat samenhangt met de keuze voor de of het.
Grammaticaal geslacht en lidwoorden
Oorspronkelijk kende het Nederlands, net als het Duits, drie geslachten: mannelijk, vrouwelijk en onzijdig. In het moderne Nederlands zijn mannelijk en vrouwelijk grotendeels samengevallen tot één categorie: de-woorden. Onzijdige woorden hebben het als lidwoord en heten daarom het-woorden.
De puzzel is een de-woord, dus dat woord hoort bij de groep met mannelijk of vrouwelijk grammaticaal geslacht. Het raadsel is een het-woord en hoort bij de onzijdige groep. De taalgebruiker van nu voelt dat onderscheid meestal niet meer bewust; je leert die lidwoorden vooral door gewenning en veel taal te horen en te lezen.
Herkomst van de woorden
De puzzel
Puzzel is een relatief jong woord in het Nederlands. Het is via het Engels puzzle in onze taal terechtgekomen. In het Engels heeft het woord geen lidwoord dat naar geslacht verwijst, dus het Nederlands moest zelf een keuze maken. Vaak krijgen leenwoorden automatisch de als lidwoord, tenzij er een duidelijke reden is om het te gebruiken.
Bij puzzel ligt de nadruk op een concreet, tastbaar voorwerp: een legpuzzel, kruiswoordpuzzel of digitale puzzel. Veel concrete dingen zijn in het Nederlands de-woorden. Denk aan de tafel, de stoel en de fiets. Zo is ook de puzzel in het rijtje van de-woorden beland.
Het raadsel
Raadsel is een veel ouder woord dat verwant is aan raden. In het Oudnederlands en Middelnederlands werden woorden automatisch in een geslachtsklasse geplaatst. Raadsel kwam toen in de onzijdige categorie terecht. Dat oude grammaticale etiket is blijven hangen, zelfs nu de meeste taalgebruikers niet meer stilstaan bij grammaticaal geslacht.
Veel abstracte of minder tastbare woorden zijn in het Nederlands het-woorden. Je merkt dat aan woorden als het idee, het gevoel en het probleem. Een raadsel is vaak eerder een gedachte, vraag of formulering dan een object dat je fysiek kunt beetpakken. Dat sluit goed aan bij het onzijdige karakter.
Hoe onthoud je de puzzel en het raadsel?
Omdat de keuze tussen de en het vaak historisch gegroeid is, helpt het niet altijd om alleen op betekenis te letten. Voor de puzzel en het raadsel kun je deze vuistregel gebruiken: een puzzel leg je meestal letterlijk neer, een raadsel leg je vooral uit. Dat beeld kan je net helpen onthouden dat puzzel een de-woord is en raadsel een het-woord.
Uiteindelijk blijft het oefenen met lezen, luisteren en zelf schrijven de effectiefste manier om lidwoorden te laten beklijven. Hoe vaker je correcte combinaties ziet, hoe natuurlijker de puzzel met de en het raadsel met het zullen aanvoelen.