Wat is het verschil tussen 'gelooft' en 'gelooft'?
De Nederlandse taal kent veel werkwoorden die verwarring kunnen veroorzaken. Een typisch voorbeeld is het werkwoord ‘geloven’. Mensen vragen zich regelmatig af of het ‘gelooft’ of ‘gelooft’ moet zijn in een bepaalde zin. In dit artikel leggen we eenvoudig uit wat de juiste vorm is en waarom.
Wanneer gebruik je 'gelooft'?
'Gelooft' is de tegenwoordige tijd van het werkwoord 'geloven'. Je gebruikt deze vorm als je over het heden spreekt en het onderwerp ‘jij’, ‘hij’ of ‘zij’ is. Bijvoorbeeld:
Voorbeelden
Hij gelooft niet in toeval.
Jij gelooft echt alles wat je leest.
In beide voorbeelden gaat het om een actie die nu gebeurt. Daarom staat het werkwoord ‘geloven’ in de tegenwoordige tijd als ‘gelooft’.
Waarom is er verwarring mogelijk?
De verwarring ontstaat meestal wanneer mensen twijfelen of ze te maken hebben met de tegenwoordige tijd (‘gelooft’) of het voltooid deelwoord (‘geloofd’). Dat laatste eindigt namelijk op een -d. Mensen denken dan soms dat ook 'gelooft' met een -d zou moeten eindigen, of dat 'gelooft' het voltooid deelwoord is.
Is er ook een vorm met een -d?
Het voltooid deelwoord van ‘geloven’
Ja, die is er. Het voltooid deelwoord van ‘geloven’ is ‘geloofd’. Dus je schrijft:
Ik heb hem altijd geloofd.
Ze hadden niet geloofd dat het zo zou lopen.
Hier zie je dat ‘geloofd’ hoort bij voltooide tijd, dus als je het hebt over iets wat is gebeurd.
Hoe onthoud je de juiste vorm?
Een eenvoudige manier om te onthouden of je 'gelooft' moet gebruiken, is door de zin in het meervoud om te zetten. Als de stamvorm blijft bestaan in het meervoud (bijvoorbeeld: wij geloven), dan weet je zeker dat ‘geloven’ het werkwoord is en ‘gelooft’ de juiste vervoeging is in het enkelvoud.
Controle met 'lopen'
Je kunt ook een ander werkwoord gebruiken om te testen. Vervang ‘geloven’ bijvoorbeeld door ‘lopen’. Zeg je ‘jij loopt’ of ‘jij loopd’? De juiste vorm is natuurlijk ‘loopt’. Op dezelfde manier zeg je dus ‘jij gelooft’.
Samenvattend
'Gelooft' is de juiste spelling wanneer je verwijst naar het werkwoord in de tegenwoordige tijd bij ‘hij’, ‘zij’ of ‘jij’. Verwissel het daarom niet met ‘geloofd’, dat je alleen gebruikt als voltooid deelwoord. Met deze uitleg weet je voortaan precies wanneer je ‘gelooft’ schrijft en hoe je twijfels kunt wegnemen.
